Skip to main content

Richtlijn Cervixcytologie en hrHPV gewijzigd

De richtlijn Cervixcytologie en hrHPV is uitgebreid met nieuwe modules die zorgverleners een actueel kader bieden voor de detectie en beoordeling van cervixafwijkingen. Deze uitbreiding zorgt voor betere aansluiting bij het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker en de huidige richtlijnen voor gynaecologen.

Per 1 september 2025 gelden nieuwe richtlijnen voor cervixcytologie-uitstrijkjes:

Verwijsbeleid aangepast
Het genotype hrHPV wordt expliciet meegenomen en bepaalt nu mede wanneer er verwezen wordt naar de gynaecoloog:
  • Bij hrHPV 16 of 18 én Pap 2: direct verwijzen naar gynaecoloog.
  • Bij andere hrHPV-typen: pas verwijzing vanaf Pap 3a2.

Dit sluit aan bij het beleid in het bevolkingsonderzoek en moet over diagnostiek en overbehandeling verminderen. 

Bij zowel normaal als atypisch endometrium bij postmenopauzaal bloedverlies: direct verwijzen naar gynaecoloog

Controle-interval verlengd
Controletermijn is verlengd naar 12 maanden (i.p.v. 6 maanden). Dit geeft meer rust voor patiënten, minder belasting en betere aansluiting bij de natuurlijke ontwikkeling van afwijkingen.

Herintroductie van KOPAC B2 j
De KOPAC-extra B2 j-code “verminderd beoordeelbaar” is geherintroduceerd alleen bij ontbreken van endocervicaal en/of squameus metaplastisch epitheel vanwege een verhoogd risico op het missen van CIN2+ laesies in het vervolgtraject, met name bij klachten en een Pap 1 in combinatie met de aanwezigheid van hrHPV16/18. In deze situaties resulteert dit in een gewijzigd advies om op korte termijn te herhalen conform Pap 0 – na 6 weken. Bij twee keer een B2/Pap1 en blijvende klinische klachten wordt geadviseerd om een verwijsadvies naar de gynaecoloog te geven.

Meer co testen bij klachten
Bij de volgende klachten (indicatieve uitstrijkjes) is gekozen voor uitvoering van co-testing van cytologisch onderzoek met een hrHPV bepaling:
  • abnormale fluor zonder duidelijke oorzaak,
  • contactbloedingen,
  • intermenstrueel bloedverlies,
  • postmenopauzaal bloedverlies,
  • patiënten met zichtbare/palpabele afwijkingen van de cervix bij lichamelijk onderzoek.

Wanneer deze klachten in de aanvraag expliciet vermeld worden, wordt standaard een hrHPV-test toegevoegd.